In mijn “broers en zussen” app groep verliep een gesprek als volgt:
Mijn zus Anouk: wie van ons werd er ook al weer gegrepen door een olifant?
Mijn oudste broer Paul: Mira!
Ik: ?
Mijn jongste broer Rob: Nee, dat was ik!
Ik: ?
Rob: Na het circus toen we nog even bij de beesten gingen kijken. De olifant strekte zijn slurf door de tralies en greep me bij mijn nek.
Ik: Ik heb echt geen idee waar jullie het over hebben.
Paul: Hoe kan dat nou? We hebben daarna nog zo ongelofelijk gelachen. Met pama. (Onze afkorting voor papa en mama)
Anouk: Dat was in Bussum. Je weet wel, bij dat plein.
Ik: Ik heb echt geen flauw idee.
Het is niet gelogen. Ik weet me daar niets van te herinneren. Als zoveel dingen niet. Ook niet de heftige dingen. Mama vertelde mij ooit dat er een vriendin van mij was gestorven. Ik scheen een heel groot hart getekend te hebben voor haar. Best heftig zou je denken. Maar ik heb er geen herinnering aan.
Ik heb het idee dat mijn herinnering begint vanaf mijn 12de jaar. Wat ik mij herinner zijn flarden. De zakken met pakjes die voor de deur stonden met Sinterklaas. Een moeder die mij uit de klas haalde en tegen me tekeer ging omdat ik haar dochter gepest zou hebben (terwijl dat nota bene een vriendin van me was!) Hoe ik met een vriendin mijn buurjongen ging bespioneren die aan het zoenen was. En daarnaast nog de nare herinneringen. De rest van de herinneringen reconstrueer ik van foto’s of van wat anderen mij vertellen.
Is dat erg?
Nee, niet als je daarna prima functioneert.
Want je moet weten dat onze herinnering voor 50% vals is. Vervormd door wat we er zelf door onze eigen ervaringen van gemaakt hebben. Soms vergroten we een gebeurtenis. Andere momenten bagatelliseren we die.
Hoe we omgaan met herinneringen heeft veelal te maken met coping mechanismes. Een vorm vinden om ermee te dealen. Om te overleven. Een vorm die ons is aangeleerd of ons zelf hebben aangeleerd.
Zoals een baby olifant die wordt vastgebonden en eerst nog probeert zichzelf te bevrijden om te ontdekken dat het hem als kleintje niet lukt. En het dan opgeeft. Zelfs als hij een grote jongen is. In de overtuiging dat hij het niet kan.
Je kan uren op de bank liggen bij een therapeut om oude koeien (of olifanten) uit de sloot te halen om daarmee alleen maar oude verkleurde emoties aan te wakkeren. Vaak gaat het dan om genoegdoening. Of om een schuldige aan te wijzen. Of om “de waarheid” op tafel te krijgen. Maar ieders waarheid is de waarheid. En daarbij: wat heb je aan de waarheid als die gekleurd is? Hoe waar is jouw waarheid?
Stel jezelf eens de vraag: hoeveel energie wil je steken in het verleden? Je verleden heeft je gevormd, maar jij bent niet je verleden. Je bent ook geen olifant. Jij bent in staat het leven van nu te onderzoeken en te beslissen je te bevrijden van het touw dat jou steeds op dezelfde plek laat staan.
Ik wil je uitdagen om, als je in je verleden gaat spitten, dan op zoek te gaan naar alle mooie momenten. Want die waren er. Echt.
Sluit dan het boek.
En richt je op de toekomst.
Pluk je geluk,
Mira
PS: Als jij behoefte hebt om met mij te sparren om te onderzoeken hoe jij dat touw van jouw been kan bevrijden, dan nodig ik je uit om deze link te bekijken
Comments